Brahman – de onveranderlijke werkelijkheid
‘Na dat gezien te hebben, is er niets anders meer om te zien. Na dat geworden te zijn, is er niets meer om te worden. Na dat gekend te hebben, is er niets anders meer om te kennen. Begrijp goed dat dat brahman is.’– Atmabodhah 54
Vedanta onthult dat de waarheid van het individu en de wereld brahman, bewustzijn, is. ‘Brahman’ is een zelfstandig naamwoord uit het Sanskriet, afgeleid van de stam brh (toenemen, groot worden) en betekent ‘grootte’. Niets beschrijft of beperkt deze grootte; het is onbegrensd groot. Brahman, bewustzijn, heeft geen vorm, geen enkele begrenzing. Vedanta ontvouwt brahman als de onveranderlijke basis en oorzaak van de hele wereld.
De absolute werkelijkheid
Wanneer ik een object in de wereld analyseer, merk ik dat het geen onafhankelijk bestaan heeft. Neem een T-shirt. Het T-shirt bestaat uit stof en is voor zijn bestaan volledig afhankelijk van stof. Zonder stof is er geen T-shirt. T-shirt is enkel een naam voor een bepaalde vorm. De waarheid van het T-shirt is stof. Wat is stof? Stof bestaat uit garen en is voor zijn bestaan afhankelijk van garen. Stof is een naam, de waarheid ervan is garen. Wat is garen? Garen is een naam, de waarheid ervan is vezels, en ga zo maar door. Elk object in de wereld is afhankelijk van iets anders. Dit noemen we mithyā.
De wereld bestaat uit oneindig veel namen en vormen, anders gezegd: uit woorden en hun betekenissen; het is uitsluitend kennis. En kennis vinden we altijd in een bewust wezen. De waarheid van kennis is bewustzijn, brahman. Alles in de wereld ontleent zijn bestaan aan brahman.
Onbegrensd bestaan-bewustzijn
De Taittirīya Upanishad beschrijft brahman met de woorden:
satyam jñānam anantam brahma (2.1.1)
Satyam betekent ‘is’, bestaan. Normaal denken we aan iets dat binnen tijd bestaat: dit bestaat nu en straks niet meer. Maar brahman is anantam-satyam: onbegrensd bestaan, vrij van tijd, eeuwig. En het is jñānam, kennis. Niet kennis van het een of ander, maar kennis op zich; het is onbegrensde kennis, anantam-jñānam. En brahman is ook satyam-jñānam; kennis die niet verandert, altijd dezelfde is. In andere woorden, het is het onveranderlijke in alle vormen van kennis: bewustzijn.
Brahman is onveranderlijk aanwezig
Je bent nooit verwijderd van brahman, of je nu je ogen open of dicht hebt, of je nu wel of niet iets hoort, ruikt, voelt of denkt; of je nu slaapt of wakker bent. Brahman is altijd aanwezig als de onveranderlijke waarheid en basis van de kenner, kennis en het gekende. De Kena Upanishad zegt:
yanmanasā na manute yenāhurmano matam,
tad eva brahma tvam viddhi nedam yad idam upāsate (1.5)
‘Dat wat je niet met de geest objectiveert, maar waardoor je de geest kent; weet dat alleen dat brahman is, en niet dit wat men vereert als een object.’
Een geluid dat je hoort is het onderwerp van je gedachte, een vorm die je ziet is het onderwerp van je gedachte, etc. Maar bewustzijn is niet een onderwerp van je gedachte. Het is de inhoud, de natuur van de gedachte. Het is dat waardoor de geest gekend wordt en waardoor de geest in staat is om te denken, te herinneren, te dromen, etc. De kenner, kennis en het gekende worden alle drie gedragen door bewustzijn. Bewustzijn is onbegrensd en onveranderlijk aanwezig. Vedanta ontvouwt dat jij brahman bent en dat de wereld niet losstaat van brahman. In andere woorden: je bent het geheel.